Autisme: Mijlpalen van een brusje
Mijlpalen van je kinderen zijn ontzettend bijzonder en waardevol. Wanneer ze een nieuwe vaardigheid geleerd hebben en deze onder de knie hebben; dat trotse koppie, die glunderende oogjes, prachtig vind ik dat en daar geniet ik intens van. Tenminste, dat deed ik bij L. wel.
Bij R. is daar wat bij gekomen, naast geluk ervaar ik nu ook tegelijkertijd altijd verdriet.
Verdriet omdat het zó confronterend is dat R. wél alles volgens de richtlijnen doet, maar dat L. zo afwijkt. En dat doet nu nog steeds pijn. Sterker nog, steeds meer en vaker eigenlijk.
R. is op de leeftijd dat hij L. al op verschillende gebieden voorbijstreeft.
Maar ja, het is je eerste kind, je hebt dus geen vergelijkingsmateriaal. Ook denk je dan dat je, juist doordat je er zoveel vanaf weet, er te dicht bovenop zit, dingen ziet die er niet zijn, je het je inbeeldt. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, je zoon vergelijken met zijn neefje die 6 maanden ouder is is voor beide niet eerlijk.
Maar dan, 5 jaar verder, diverse diagnoses verder: klassiek autisme, ADHD, licht verstandelijke beperking, heb je je er enigszins bij neergelegd dat inderdaad elk kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt en dat dit in ons geval betekent:
Dat L. een amper 2 jarige in het lichaam van een ruim 5 jarige is.
Die niet naar school gaat maar naar een Kinderdagcentrum.
Die in de categorie gehandicapt valt en om de juiste begeleiding en behandeling te krijgen een indicatie voor aan moet vragen.
Dat je begeleiding hebt vanuit het Centrum voor Verstandelijke Beperking en Psychiatrie, o.a. voor medicatie controle.
Afgelopen week liet R. zien dat hij al kon fietsen. Fietsen! Hij is amper 2 jaar oud, we waren echt vreselijk verbaasd dat hij dit al kan. En trots en blij. Maar ook verdrietig, want het is ook weer confronterend. L. was al ruim 5 jaar toen hij het kon, na jarenlang oefenen.
Vrijdag legde ik R. een puzzel voor en zonder enige aarzeling maakte hij de puzzel van 4 stukjes. Toen de puzzel van 6 stukjes, ook foutloos. De puzzel van 9 stukjes is gelukt met mijn hulp. En dat was weer zo'n moment. Trots en blij, maar ook weer verdrietig en confronterend. Want L. is nog niet zover, die komt nog niet verder dan de puzzel van 6 stukjes.
*Brusje: broer of zusje van een kind met een stoornis.
Verdriet omdat het zó confronterend is dat R. wél alles volgens de richtlijnen doet, maar dat L. zo afwijkt. En dat doet nu nog steeds pijn. Sterker nog, steeds meer en vaker eigenlijk.
R. is op de leeftijd dat hij L. al op verschillende gebieden voorbijstreeft.
Door mijn opleiding, PABO, ben ik wel goed thuis in de ontwikkeling van kinderen, wanneer ze ongeveer welke vaardigheid/mijlpaal bereikt zouden moeten hebben weet ik dus wel. Dat is ook één van de redenen dat ik al heel vroeg begon te twijfelen of de ontwikkeling van mijn oudste zoon wel normaal verliep.
Maar ja, het is je eerste kind, je hebt dus geen vergelijkingsmateriaal. Ook denk je dan dat je, juist doordat je er zoveel vanaf weet, er te dicht bovenop zit, dingen ziet die er niet zijn, je het je inbeeldt. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, je zoon vergelijken met zijn neefje die 6 maanden ouder is is voor beide niet eerlijk.
Maar dan, 5 jaar verder, diverse diagnoses verder: klassiek autisme, ADHD, licht verstandelijke beperking, heb je je er enigszins bij neergelegd dat inderdaad elk kind zich in zijn eigen tempo ontwikkelt en dat dit in ons geval betekent:
Dat L. een amper 2 jarige in het lichaam van een ruim 5 jarige is.
Die niet naar school gaat maar naar een Kinderdagcentrum.
Die in de categorie gehandicapt valt en om de juiste begeleiding en behandeling te krijgen een indicatie voor aan moet vragen.
Dat je begeleiding hebt vanuit het Centrum voor Verstandelijke Beperking en Psychiatrie, o.a. voor medicatie controle.
Dat je je kind van 5 medicatie geeft omdat hij anders zichzelf ontzettend in de weg zit, niet kan functioneren en al helemaal niet aan leren en ontwikkelen toekomt.
Die nog steeds luiers draagt, maar hij is inmiddels al zo groot dat we speciale luiers voor hem hebben, voor volwassenen in maat XS.
Die sinds een paar maanden kan fietsen (met zijwieltjes, maar hij snapt het principe van het trappen nu)!
Maar dan krijg je nog een kindje, R. Elke mijlpaal hou je nauwlettend in de gaten, elk teken dat ook hij een ontwikkelingsstoornis zou kunnen hebben zorgt voor veel slapeloze nachten. De tekenen blijven uit, hij ontwikkelt zicht tot een over het algemeen zeer schattige peuter met een zeer sterke eigen wil.
Afgelopen week liet R. zien dat hij al kon fietsen. Fietsen! Hij is amper 2 jaar oud, we waren echt vreselijk verbaasd dat hij dit al kan. En trots en blij. Maar ook verdrietig, want het is ook weer confronterend. L. was al ruim 5 jaar toen hij het kon, na jarenlang oefenen.
Vrijdag legde ik R. een puzzel voor en zonder enige aarzeling maakte hij de puzzel van 4 stukjes. Toen de puzzel van 6 stukjes, ook foutloos. De puzzel van 9 stukjes is gelukt met mijn hulp. En dat was weer zo'n moment. Trots en blij, maar ook weer verdrietig en confronterend. Want L. is nog niet zover, die komt nog niet verder dan de puzzel van 6 stukjes.
Mijn mannetjes, mijn grote trots, ze kunnen haast niet meer verschillen van elkaar.
*Brusje: broer of zusje van een kind met een stoornis.
Reacties