Ik hou verschrikkelijk veel van L., laat dat duidelijk zijn. Maar ik word regelmatig moedeloos en het is zo frustrerend dat hij de wereld zo anders beleeft en dat wij hem niet altijd snappen. Praten kan hij heel erg goed inmiddels, hij kan onverwacht en onbedoeld heel grappig uit de hoek komen, maar echt communiceren is nog geen sprake van. L. zijn slaapkamer wordt steeds kaler, we halen er steeds meer uit. Wat een fijne plek zou moeten zijn voor hem om tot rust te komen, om zich terug te trekken veranderd steeds meer in een kale ruimte met een bed. L. maakt alles stuk. Boeken, behang, de wasmand, kastjes, bankjes, stoelen; kapot scheuren, mee of op slaan; niets is veilig. Voor de verwarming en het raam hebben we een ombouw gemaakt omdat de buren begonnen te klagen over het gedreun elke ochtend om half 7.