Depressie: Nog erg kwetsbaar



Het is alweer een tijd geleden dat ik geschreven heb over mijn depressie en de zoektocht naar beter worden. Ik blijf het een lastig onderwerp vinden, durf ook niet zo goed te schrijven, want wie zit er nou eigenlijk op te wachten vertel ik mijzelf steeds én het is tot nu toe nog niet echt een leuk verhaal met een happy ending, ik zit er nog middenin.

Uitvalmoment

Al acht jaar ben ik bij huis, het ijkpunt is de start van het nieuwe schooljaar, toen ben ik geestelijk gebroken na een nare confrontatie op mijn werk met een collega en viel ik uit. Wat begon als een burn-out door te veel ballen tegelijkertijd omhoog proberen te houden: geestelijk erg belastend werk wat nooit af was, steeds gedoe met oppas regelen voor de kinderen, een nieuwe baby en gedoe omtrent kolven op het werk, de zoektocht voor een goede plek voor Liam en dealen met de uitslagen van de testen, een leuke relatie met vrienden en familie proberen te onderhouden, zorgen dat Wesley en ik elkaar niet kwijt raakten onderweg, enzovoort, enzovoort; eindigde in een klinische depressie en/door PTSS.

Therapie

Wekelijks therapie heb ik 8 jaar lang gedaan, ik ben nu teruggegaan naar eens per twee weken. Ik moet namelijk altijd wel bijkomen van een sessie, ik ben de rest van de dag wel van slag, soms dagen later nog. Elke week weer zit ik daar te huilen en vind ik inzicht in waarom ik ogenschijnlijk normale dingen soms helemaal niet kan verdragen. Alles is verweven met mijn verleden, alles leidt terug naar de relatie met mijn ouders, dat heeft nu nog steeds immens veel impact op mijn leven.

Ik ben terug gegaan naar eens per twee weken omdat ik dan wel de drie kwartier die de sessie duurt vol krijg, als ik wekelijks ga ben ik na een half uur wel klaar. Dat is niet heel efficiënt gebruik van de toch best wel kostbare tijd van de psychotherapeut, ik ken mensen die op een wachtlijst staan of zelfs niet eens meer op een wachtlijst geplaatst kunnen worden, zoveel vraag is er naar psychologische hulp. 

Voor mijn gezin, nou ja voor mijn partner vooral, is het ook fijner dat ik niet elke week 2 dagen van slag ben, ik heb dan toch een korter lontje en kan maar weinig verdragen die twee dagen. Het is te verdragen op deze manier, als het deze week niet goed gaat weet ik dat ik de volgende week weer terecht kan bij de therapeut. Ik durf ook meer te delen met mijn partner en mijn vriendinnen, dat maakt ook dat ik minder afhankelijk wordt van mijn therapeut om me te helpen zaken te duiden. 

Ik ben wel slim en doorzie meestal zelf wel waarom ik reageer zoals ik doe, waar het vandaan komt, maar mijn hoofd kan mij ook helemaal gek maken en dan heb ik echt iemand anders nodig om mijn gedachtenstroom te helpen stoppen en analyseren. Ik zit verschrikkelijk veel in mijn hoofd alles tot uitentreuren te herhalen en analyseren tot ik op dwaalsporen verdwaal in mijn hoofd. Mijn hoofd staat nooit stil, ook 's nachts dendert de gedachtentrein in grote vaart door.

Boek vol inzichten

Ik kreeg van een vriendin een boek dat me ook veel inzichten gaf, wat vooral heel erg fijn is is dat ik wat hoop heb gekregen. Ik heb hoop gekregen dat ik niet definitief kapot ben, maar dat dit allemaal een reactie is op trauma uit mijn verleden, en dat ik hier wel uit kan komen. Het boek heet "Illusies", van Ingeborg Bosch en legt uit wat trauma-responsief gedrag is, uit welke elementen dit bestaat en dat dit vooral een erfenis is van de kindertijd. De beschermings- en afweermechanismen hebben mij als kind beschermd, maar heb ik nu ik volwassen ben niet meer nodig, ik ben niet meer afhankelijk van mijn ouders voor mijn bestaan. Dat klinkt heel logisch, toch reageer ik (onbewust) heel vaak nog wel op situaties die iets in mij triggeren wat me doet denken aan een traumatische gebeurtenis van vroeger alsof ik nog in die situatie als kind zit. Kun je het nog volgen? Veel mensen reageren heel heftig in situaties omdat dit oud zeer vanuit de kindertijd aanraakt en gedragen zich (onbewust) alsof ze nog in die situatie zitten.

Ik ben dus ook niet uniek hierin, als je het boek hebt gelezen en een beetje snapt hoe afweermechanismen werkten als bescherming dan ontdek je dat bijna iedereen in meer of mindere mate wel oude pijn met zich meedraagt dat te pas en te onpas aangeraakt wordt. Ik heb vooral erg veel gehad aan het besef dat ik geen aansteller ben, dat ik het mij niet ingebeeld heb, maar ook dat het niet meer nodig is, die heftige afweermechanismen. 

Erkennen

Het erkennen dat het echt was, dat ik dus ook echt PTSS heb, dat het niet een verzinsel van mijn brein is, dat ik mij niet aanstel en het niet aandachttrekkerij is, dat mijn gevoel en emotie er ook mogen zijn en dat ik ook ruimte moet geven aan mijn gevoel en emotie om te kunnen herstellen is moeilijk maar noodzakelijk. 

Erkennen betekent dat het definitief echt is, je kunt de situatie niet meer veranderen door jezelf te veranderen. Ik denk altijd, als ik de volgende keer net iets meer mijn best doe dan zal het vast beter gaan. Dan zullen ze me wel zien, leuk vinden, van me houden. (Valse hoop heet dit afweermechanisme.) 

Erkennen van het trauma is heel pijnlijk, ik vind het makkelijker om te geloven dat ik zelf de mishandelingen uitgelokt heb van mijn vader dan dat mijn vader een vreselijk nare man is. Want als ik mijzelf verander en zorg dat ik leuk genoeg ben om niet meer mishandeld te worden dan heb ik dus een manier gevonden om dit de rest van mijn leven uit te weg te kunnen gaan, om te zorgen dat dit mij nooit meer overkomt. Als ik dit teruglees heb ik medelijden met het kleine meisje dat dit als overlevingsmechanisme ontwikkelde en begin ik in te zien dat dit afweermechanisme hoort bij dat kleine meisje, dat het haar toen goed gedaan heeft en beschermd heeft, maar dat ik als volwassen vrouw dit niet meer nodig heb. Als volwassene heb je je ouders niet meer nodig om te kunnen overleven, als kind wel.

Watertrappelen

Het is nog steeds watertrappelen, maar nu niet meer elke week een vloedgolf die me overspoeld, wegsmijt en naar beneden trekt. Gewoon een weekje watertrappelen zonder vloedgolf van emotie, gevoel, pijn en verdriet is beter te behappen. En mocht dit toch te veel zijn kan ik zo weer terug naar elke week psychotherapie. En, mensen zitten heus wel op mijn verhaal te wachten, dat is ook een kwestie van de juiste mensen om je heen verzamelen heb ik ontdekt.

Heel kleine stapjes nemen, zegt mijn therapeut. Ik vind het een goed idee. Ook met heel kleine stapjes kom je vooruit. Van overleven naar leven.

Reacties